oplazen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oplazen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·la·zen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
oplezen |
oplazen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van oplezen
- ...dat wij oplazen.
- ...dat jullie oplazen.
- ...dat zij oplazen.
- ...dat wij oplazen.
Gangbaarheid
- Het woord oplazen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.