oplijstte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oplijstte    (hulp, bestand)

 ˈɔplɛistə

Woordafbreking
  • op·lijst·te
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
oplijsten

oplijstte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van oplijsten
    • ... dat ik oplijstte. 
    • ... dat jij oplijstte. 
    • ... dat hij, zij, het oplijstte. 

Gangbaarheid

  • Het woord oplijstte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.