oplopender

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oplopender    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɔplopəndər/
Woordafbreking
  • op·lo·pen·der
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

oplopender

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van oplopend

Gangbaarheid

  • Het woord oplopender staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.