opsluit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opsluit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·sluit

Werkwoord

vervoeging van
opsluiten

opsluit

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsluiten
    • ... dat ik opsluit. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsluiten
    • ... dat jij opsluit. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsluiten
    • ... dat hij opsluit. 

Gangbaarheid

  • Het woord opsluit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.