optelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: optelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·tel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
optellen |
optelde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van optellen
- ... dat ik optelde.
- ... dat jij optelde.
- ... dat hij, zij, het optelde.
- ... dat ik optelde.
Gangbaarheid
- Het woord optelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.