opzendt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opzendt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·zendt

Werkwoord

vervoeging van
opzenden

opzendt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzenden
    • ... dat jij opzendt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzenden
    • ... dat hij opzendt. 

Gangbaarheid

  • Het woord opzendt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.