opzette

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opzette    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·zet·te

Werkwoord

vervoeging van
opzetten

opzette

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opzetten
    • ... dat ik opzette. 
    • ... dat jij opzette. 
    • ... dat hij, zij, het opzette. 
  2. (in een bijzin) aanvoegende wijs van opzetten
     Toen ik voor de laatste keer mijn tent in de gierende wind en sneeuw opzette, trok ik al mijn natte kleren uit en kroop naakt mijn slaapzak in om weer op temperatuur te komen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord opzette staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.