orakelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  orakelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ora·ke·len
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van orakel met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
orakelen
orakelde
georakeld
zwak -d volledig

Werkwoord

orakelen [1]

  1. overgankelijk als een orakel verkondigen
    • Johan Cruijff orakelde en televisiekijkend Nederland luisterde gedwee, hoewel het doorgaans geen flauw idee had wat Cruijff nu precies zei 
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

deorakelenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord orakel

Gangbaarheid

  • Het woord orakelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.