oreer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oreer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • oreer

Werkwoord

vervoeging van
oreren

oreer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oreren
    • Ik oreer. 
  2. gebiedende wijs van oreren
    • Oreer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oreren
    • Oreer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord oreer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.