organistje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  organistje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • or·ga·nist·je

Zelfstandig naamwoord

hetorganistjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord organist
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.