oudachtig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oudachtig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • oud·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen oudachtigoudachtigeroudachtigst
verbogen oudachtigeoudachtigereoudachtigste
partitief oudachtigsoudachtigers-

Bijvoeglijk naamwoord

oudachtig [1]

  1. lijkend op iets dat oud is
     Vroman schrijft: „Buig ik mij over je heen/ in bed, dan voel ik mijn smalle/ en toch verslappende wangen/ oudachtig naar voren vallen.”[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'oudachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
53 %van de Nederlanders;
41 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    22-05-2002
    “Gekoesterd door gedichten” (Drs. A. J. Maasland), Reformatorisch Dagblad
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.