overbrug
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overbrug (hulp, bestand)
Woordafbreking
- overĀ·brug
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overbruggen |
overbrug
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overbruggen
- Ik overbrug.
- gebiedende wijs van overbruggen
- Overbrug!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overbruggen
- Overbrug je?
Gangbaarheid
- Het woord overbrug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.