overbruggen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overbruggen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌovɛrˈbrʏɣə(n)/ (4 lettergrepen); /ovərˈbrʏxə(n)/
Woordafbreking
  • over·brug·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overbruggen
overbrugde
overbrugd
zwak -d volledig

Werkwoord

overbruggen

  1. overgankelijk iets wat niet op elkaar aansluit met elkaar verbinden
    • Wij overbruggen die gevaarlijke rivier .
     Langs een smal paadje moesten we voetje voor voetje proberen de 20 meter te overbruggen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord overbruggen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.