overheers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overheers (hulp, bestand)
Woordafbreking
- over·heers
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overheersen |
overheers
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overheersen
- Ik overheers.
- gebiedende wijs van overheersen
- Overheers!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overheersen
- Overheers je?
Gangbaarheid
- Het woord overheers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.