overheersen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overheersen    (hulp, bestand)
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
overheersenoverheersend
overheersingoverheerst
Woordafbreking
  • over·heer·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overheersen
overheerste
overheerst
zwak -t volledig

Werkwoord

overheersen

  1. overgankelijk de macht uitoefenen over een ander volk
    • Spanje is zeven eeuwen overheerst door de Moren. 
     Soms werd Nicolaas door zoveel duivelse Pieten gevolgd, dat die de heilige totaal overheersten.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord overheersen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 14
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.