overkoepel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overkoepel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- over·koe·pel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overkoepelen |
overkoepel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overkoepelen
- Ik overkoepel.
- gebiedende wijs van overkoepelen
- Overkoepel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overkoepelen
- Overkoepel je?
Gangbaarheid
- Het woord overkoepel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.