overkoepelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overkoepelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • over·koe·pe·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overkoepelen
overkoepelde
overkoepeld
zwak -d volledig

Werkwoord

overkoepelen

  1. overgankelijk (bouwkunde) met een koepelconstuctie overdekken
    • De open carré in het midden van het gebouw is met glas overkoepeld en biedt nu een zonovergoten plek aan de bibliotheek. 
  2. overgankelijk overdrachtelijk onder een grotere organisatie onderbrengen
    • Bij de Federatie zijn ook een aantal Antwerpse gilden aangesloten die niet dadelijk overkoepeld zijn door een van de verbonden die aangesloten zijn bij de Federatie. 

Gangbaarheid

  • Het woord overkoepelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.