overraske

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈɒwʌˌʁɑsgə/
Woordafbreking
  • o·ver·ras·ke
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Duitse werkwoord überraschen (= verrassen) met het voorvoegsel over-.
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overraske
overrasker
overraskede
overrasket
volledig

Werkwoord

overraske

  1. bevreemden, verbazen, verrassen
  2. overrompelen
  3. betrappen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • [1-3]: overraskelse
Verwante begrippen
  • [1]: forbavse
  • [1]: forundre

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.