overrij
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overrij (hulp, bestand)
Woordafbreking
- overĀ·rij
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overrijden |
overrij
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overrijden
- ... dat ik overrij.
vervoeging van |
---|
overrijden |
overrij
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overrijden
- Ik overrij.
- gebiedende wijs van overrijden
- Overrij!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overrijden
- Overrij je?
Gangbaarheid
- Het woord overrij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.