overzomer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overzomer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • over·zo·mer
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
overzomeren

overzomer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overzomeren
    • Ik overzomer. 
  2. gebiedende wijs van overzomeren
    • Overzomer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overzomeren
    • Overzomer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord overzomer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.