ovipositors

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ovipositors    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌoviˈpositɔrs/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ovi·po·si·tors
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

deovipositorsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ovipositor
    • Vrouwelijke wespen hadden zogenaamde ovipositors, waarmee ze eitjes legden op bijvoorbeeld een rups. [1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'ovipositors' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.