ovovivipaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ovovivipaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ovo·vi·vi·paar
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen ovovivipaar
verbogen ovovivipare
partitief ovovivipaars

Bijvoeglijk naamwoord

ovovivipaar

  1. (dierkunde) eierlevendbarend

Gangbaarheid

  • Het woord ovovivipaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.