palmen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  palmen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pal·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
palmen
palmde
gepalmd
zwak -d volledig

Werkwoord

palmen [2] [3]

  1. met de palm omvatten (en naar zich toe halen)
Hyponiemen

Zelfstandig naamwoord

depalmenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord palm

Gangbaarheid

  • Het woord palmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
palmar

palmen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van palmar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van palmar
vervoeging van
palmarse

palmen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van palmarse
  2. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van palmarse
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.