palpeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: palpeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pal·peer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
palperen |
palpeerde
- enkelvoud verleden tijd van palperen
- Ik palpeerde.
- Jij palpeerde.
- Hij, zij, het palpeerde.
- Ik palpeerde.
Gangbaarheid
- Het woord palpeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.