palpiteert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: palpiteert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pal·pi·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
palpiteren |
palpiteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van palpiteren
- Jij palpiteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van palpiteren
- Hij palpiteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van palpiteren
- Palpiteert!
Gangbaarheid
- Het woord palpiteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.