palpiteren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  palpiteren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pal·pi·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans

Werkwoord

palpiteren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
palpiteren
palpiteerde
gepalpiteerd
zwak -d volledig
  1. hevig kloppen van het hart of de pols
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord palpiteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
54 %van de Nederlanders;
57 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.