paramedisch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  paramedisch    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pa·ra·me·disch
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘met de geneeskunde samenhangend’ voor het eerst aangetroffen in 1958 [1]
  • afgeleid van medisch met het voorvoegsel para- [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen paramedischparamedischer
verbogen paramedischeparamedischere
partitief paramedischparamedischers-

Bijvoeglijk naamwoord

paramedisch

  1. met de geneeskunde samenhangend

Gangbaarheid

  • Het woord paramedisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.