parar

Portugees

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
parar
parava
parado
volledig

Werkwoord

parar

  1. tegenhouden, stoppen


Spaans

Uitspraak
  • IPA: /pa.ˈɾaɾ/
Woordafbreking
  • pa·rar

Werkwoord

parar

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
parar
paraba
parado
volledig
  1. onovergankelijk stoppen, stilstaan
  2. halthouden
  3. overgankelijk doen stoppen, tot stilstand brengen, uitschakelen, stilzetten
  4. pareren, afslaan
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.