pareerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pareerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pa·reer·de

Werkwoord

vervoeging van
pareren

pareerde

  1. enkelvoud verleden tijd van pareren
    • Ik pareerde. 
    • Jij pareerde. 
    • Hij, zij, het pareerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord pareerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.