pareert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pareert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pa·reert

Werkwoord

vervoeging van
pareren

pareert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pareren
    • Jij pareert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pareren
    • Hij pareert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van pareren
    • Pareert! 

Gangbaarheid

  • Het woord pareert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.