parochiezaaltje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: parochiezaaltje (hulp, bestand)
- IPA: / paˈrɔxiˌzalcə / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- pa·ro·chie·zaal·tje
Woordherkomst en -opbouw
- parochiezaal met het achtervoegsel -tje
Zelfstandig naamwoord
het parochiezaaltje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord parochiezaal
Gangbaarheid
- Het woord parochiezaaltje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.