pas op

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pas op    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pas op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
oppassen

pas op

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppassen
    • Ik pas op. 
  2. gebiedende wijs van oppassen
    • Pas op! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppassen
    • Pas je op? 

Gangbaarheid

  • Het woord pas op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.