pasgehuwd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pasgehuwd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pas·ge·huwd
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen pasgehuwd
verbogen pasgehuwde
partitief pasgehuwds

Bijvoeglijk naamwoord

pasgehuwd

  1. nog maar zeer korte tijd getrouwd
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'pasgehuwd' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.