patrouilleer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: patrouilleer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pa·trouil·leer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
patrouilleren |
patrouilleer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van patrouilleren
- Ik patrouilleer.
- gebiedende wijs van patrouilleren
- Patrouilleer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van patrouilleren
- Patrouilleer je?
Gangbaarheid
- Het woord patrouilleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.