patrouilleerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: patrouilleerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pa·trouil·leer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
patrouilleren |
patrouilleerde
- enkelvoud verleden tijd van patrouilleren
- Ik patrouilleerde.
- Jij patrouilleerde.
- Hij, zij, het patrouilleerde.
- Ik patrouilleerde.
Gangbaarheid
- Het woord patrouilleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.