peigerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  peigerde    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpɛiɣərdə/
Woordafbreking
  • pei·ger·de
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
peigeren

peigerde

  1. enkelvoud verleden tijd van peigeren
    • Ik peigerde. 
    • Jij peigerde. 
    • Hij, zij, het peigerde. 

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.