pellen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pellen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pel·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ontbolsteren’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1351 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
pellen
pelde
gepeld
zwak -d volledig

Werkwoord

pellen

  1. overgankelijk van zijn omhulsel of dop ontdoen
    • Ze zat boontjes te pellen. 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord pellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.