pianospeelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pianospeelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pi·a·no·speel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pianospelen |
pianospeelde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van pianospelen
- ... dat ik pianospeelde.
- ... dat jij pianospeelde.
- ... dat hij, zij, het pianospeelde.
- ... dat ik pianospeelde.
Gangbaarheid
- Het woord pianospeelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.