piercen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  piercen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'pirsə(n)/
Woordafbreking
  • pier·cen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
piercen
piercete
gepiercet
zwak -t volledig

Werkwoord

piercen

  1. overgankelijk het aanbrengen van voorwerpen door doorboring van de huid
    • Zijn wenkbrauwen waren gepiercet. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord piercen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.