pijprookt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pijprookt    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpɛiprokt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • pijp·rookt
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
pijproken

pijprookt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pijproken
    • ... dat jij pijprookt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pijproken
    • ... dat hij pijprookt. 
    • De gasten leggen Böhm uit wat een last we van onze 'benedenkamer', de oudere hersendelen, kunnen hebben. In de reptielenhersenen zit bijvoorbeeld de neiging tot verslaving gebakken, reden waarom Vroon jogt en pijprookt. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'pijprookt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.