pikeerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pikeerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pi·keer·de

Werkwoord

vervoeging van
pikeren

pikeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van pikeren
    • Ik pikeerde. 
    • Jij pikeerde. 
    • Hij, zij, het pikeerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord pikeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.