pikeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pikeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pi·keer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pikeren |
pikeerde
- enkelvoud verleden tijd van pikeren
- Ik pikeerde.
- Jij pikeerde.
- Hij, zij, het pikeerde.
- Ik pikeerde.
Gangbaarheid
- Het woord pikeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.