piloten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  piloten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pi·lo·ten

Zelfstandig naamwoord

depilotenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord piloot

Gangbaarheid

  • Het woord piloten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Deens

Woordafbreking
  • pi·lo·ten
Naar frequentie 5854

Zelfstandig naamwoord

piloten, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pilot


Noors

Woordafbreking
  • pi·lo·ten
Naar frequentie 6139

Zelfstandig naamwoord

piloten, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pilot


Nynorsk

Woordafbreking
  • pi·lo·ten

Zelfstandig naamwoord

piloten, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pilot


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
pilotar

piloten

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pilotar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pilotar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.