pingpongt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pingpongt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pingĀ·pongt

Werkwoord

vervoeging van
pingpongen

pingpongt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pingpongen
    • Jij pingpongt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pingpongen
    • Hij pingpongt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van pingpongen
    • Pingpongt! 

Gangbaarheid

  • Het woord pingpongt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.