pingpongen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pingpongen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ping·pon·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
pingpongen
pingpongde
gepingpongd
zwak -d volledig

Werkwoord

pingpongen [1]

  1. (spel) onovergankelijk (informeel) pingpong spelen, tafeltennissen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord pingpongen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.