pinkte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pinkte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pink·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pinken |
pinkte
- enkelvoud verleden tijd van pinken
- Ik pinkte.
- Jij pinkte.
- Hij, zij, het pinkte.
- Ik pinkte.
Gangbaarheid
- Het woord pinkte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.