plaats terug

Uitspraak

• Geluid:  plaats terug    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• plaats te·rug

Woordherkomst en -opbouw

uit plaats (werkwoord) en terug, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

plaats (...) terug

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugplaatsen
   

   • Ik plaats terug. 

2. gebiedende wijs van terugplaatsen
   

   • Plaats terug! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugplaatsen
   

   • Plaats je terug? 

Gangbaarheid

• Het woord plaats terug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.