plaatsje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plaatsje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈplatʃə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • plaats·je

Zelfstandig naamwoord

hetplaatsjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord plaats
     Dicht tegen het plaatsje Lake Isabella lag een familiecamping, die ook nog een zwembad bleek te hebben.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord plaatsje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.