plaatsnam

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plaatsnam    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • plaats·nam

Werkwoord

vervoeging van
plaatsnemen

plaatsnam

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van plaatsnemen
    • ... dat ik plaatsnam. 
    • ... dat jij plaatsnam. 
    • ... dat hij, zij, het plaatsnam. 
     'Well, daar zijn we dan,'constateerde hij een beetje overbodig terwijl hij plaatsnam in een van de rare bamboefauteuils en zijn ene been over de armleuning gooide.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord plaatsnam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628265
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.