plaatsnamen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plaatsnamen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • plaats·na·men

Werkwoord

vervoeging van
plaatsnemen

plaatsnamen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van plaatsnemen
    • ...dat wij plaatsnamen. 
    • ...dat jullie plaatsnamen. 
    • ...dat zij plaatsnamen. 
     Toen ze plaatsnamen aan het ene uiteinde van de buitenproportionele vergadertafel knipte ze plechtig het slot open van haar zwarte aktetas met het gouden logo en haalde de documenten eruit, het kwartaalrapport en de balans, die ze snel uitdeelde.[1]

Zelfstandig naamwoord

deplaatsnamenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord plaatsnaam

Gangbaarheid

  • Het woord plaatsnamen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.