plaatsvond

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plaatsvond    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • plaats·vond

Werkwoord

vervoeging van
plaatsvinden

plaatsvond

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van plaatsvinden
    • ... dat ik plaatsvond. 
    • ... dat jij plaatsvond. 
    • ... dat hij, zij, het plaatsvond. 
     Het was dus maar zeer de vraag of het iets had uitgemaakt als hijzelf aanwezig had kunnen zijn bij de laatste fase van het storten, toen het ongeluk plaatsvond.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord plaatsvond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.